CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN CURSUSSEN VOOR KINDEREN LEZINGEN RONDLEIDINGEN REIZEN SCHOOLPROJECTEN PUBLICATIES ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK
WATERFORTEN EN WOESTIJNWEGEN
Er was de Romeinen veel aan gelegen de handel met het buitenland zo soepel mogelijk
te laten verlopen. Zo werd de havenstad Berenike tijdens haar bloeiperiode bijvoorbeeld
omringd door een netwerk van handelsroutes, kleinere nederzettingen en weg-
Enkele kilometers noordwestelijk van Berenike lag bijvoorbeeld het fort Siket. Het fort beschermde een bron (hydreuma) en diende tegelijkertijd als wachtpost op de route naar het noorden en de steden aan de Nijl. Het bouwwerk mat ongeveer 24 bij 32 meter en was voorzien van een toren op elke hoek. De muren hadden waarschijnlijk een hoogte van ongeveer vier tot vijf meter en waren gebouwd van gestapelde rotsblokken en lokaal gewonnen gipssteen, waarvan de belangrijkste delen van het gebouw, zoals de deurposten, latei en drempel gemaakt werden. Bij het fort van Siket werd bij opgravingen een grote, driehoekige inscriptieblok gevonden (2,5 meter breed en 1.07 meter hoog), die zich ooit boven de poort van het fort bevond. Op het blok, dat zeer goed geconserveerd bleek, was een tekst in het Latijn aangebracht. Volgens deze inscriptie werd het fort in jaar negen van keizer Vespasianus (76/77 na Christus) gebouwd. De drie meter hoge dubbele deur van het fort was waarschijnlijk van hout en beslagen met metaal. Deze kon gesloten worden door middel van een goed doordacht systeem: achter de drempel was een steen met twee gaten aangebracht, waarin de grendels van de deur vielen.
Behalve het gebied ten noorden van Berenike, werd ook het gebied ten zuiden van de havenstad goed bewaakt. Vanuit het zuiden opereerden de Blemmyes en Nobaden, die het gebied regelmatig overvielen. Aan de weg van Berenike naar de zuidelijke nederzettingen, bij Kalalat, verrees dan ook in de eerste eeuw na Christus een groot fort. De vesting vormde een enorm complex met een grote bron in het centrum. Bij de opgraving van de poort werden vele fragmenten van een monumentale inscriptie teruggevonden. Naast dit grote fort van Kalalat, werd halverwege de tweede eeuw, toen het grote fort en het fort van Siket al verlaten waren, een nieuwe versterking gebouwd. Dit fort in Kalalat was echter veel kleiner dan zijn voorganger, wat erop wijst dat het aantal manschappen waarschijnlijk sterk was ingekrompen.
Dat men geen halve maatregelen nam om de watervoorziening in de kurkdroge oostelijke woestijn veilig te stellen, blijkt wel uit de fortificaties die in Vetus Hydreuma werden gebouwd. Hier werden maar liefst vijf waterforten aangelegd; allen aan de voet van het gebergte bij de Rode Zee. Voor de verdediging van deze Romeinse ‘waterforten’ waren kleine groepen manschappen al voldoende.
Om de karavaanroutes en Berenike zelf te beschermen, was een aanzienlijk grotere militaire macht noodzakelijk. Rome stationeerde dan ook enkele legioenen in Egypte. De cavalerie speelde daarbij een belangrijke rol. Sommige militaire eenheden beschikten over paarden, terwijl andere ruiterafdelingen van kamelen gebruik maakten. Uit de archeologische vondsten is gebleken dat de boog een belangrijk wapen was bij de woestijntroepen. Bij de opgravingswerkzaamheden in Berenike en omgeving werden in de lagen van de gehele Romeinse periode dan ook veel bronzen en ijzeren pijlpunten gevonden.